Gerard Schutte

Pijnbestrijding

Definitie van pijn
Volgens de internationale associatie voor de studie van pijn (1979), wordt pijn gedefinieerd als een onplezierige sensatie en een emotioneel geladen ervaring, geassocieerd met het werkelijk of potentieel voorkomen van weefselschade of is als zulks beschreven. Pijn kan ook beschreven worden als het resultaat van gevoelswaarneming en corticale integratie van de stimulus die de integriteit van het lichaamsweefsel bedreigt.

Hoe ontstaat acute pijn ?
De kale zenuwuiteinden van twee typen zenuwen, de snelle A delta en de langzamere C-vezels, zijn verantwoordelijk voor het ontstaan van pijn in onze organen en weefsels. De zenuwvezels zijn gevoelig voor druk, temperatuur, trilling en de afgifte van neurotransmitters zoals onder andere noradrenaline, serotonine, prostaglandine, en sub stance P.

Bij een pijnprikkel treedt eerst een stekende pijn op door een actie van snelle A delta vezels en daarna een brandend gevoel door activiteit van de C-vezels. De vezels transporteren de pijnprikkels naar het achterste deel van het ruggenmerg. Vanaf de pijnplaats komen daarna neurotransmitter stoffen vrij. De snelle A delta vezels vervoeren de pijnprikkel via zenuwbanen aan het tegenovergestelde zijde van het lichaam naar het centrale pijnregelcentrum, de thalamus. Als de pijnprikkel voldoende sterk is bereikt deze via de thalamus, onze hersenschors. Op dat moment worden we ons bewust van de pijn. In het centrale zenuwstelsel kan de pijnprikkel noch versterkt noch verzwakt worden door de hoeveelheid en soort transmitter stoffen.

Ook de langzamere pijnprikkels, afkomstig uit de C-vezels worden langs zenuwbanen van de tegenovergestelde zijde van het ruggenmerg vervoerd, maar schakelen dan over op andere gedeelten van het verlengde merg om daarna de thalamus te bereiken. De overdracht van deze pijnprikkels kan geremd of gestimuleerd worden door afdalende remmende pijnbanen vanuit de hersenen naar het ruggenmerg. Hierbij spelen endorfine een rol maar ook stoffen als serotonine en noradrenaline. Acute pijn kan leiden tot een zogenaamde stress-respons, deze is afhankelijk van de duur en de omvang van de pijn. In deze respons vindt er spanningstoename in de spieren plaats, versnellen de polsslag en ademhaling en stijgt de bloeddruk.

Hoe ontstaat chronische pijn ?
Als een pijn langer duurt dan 6 weken is er sprake van chronische pijn. Bij chronische pijn kijken we echter meer naar de oorzaak dan naar de duur van de pijn. Het typerende is dat chronische pijn geen signaalfunctie meer heeft, maar het belemmerd ons in ons bestaan. Iemand die aan chronische pijn leidt, kan ook psychisch veranderen. Voor het ontstaan van chronische pijn zijn diverse oorzaken te noemen. Sommigen daarvan zijn wetenschappelijk, anderen niet bewezen. Vast staat dat het neurotransmitter systeem bij chronische pijn verandering ondergaat. Mogelijke oorzaken zijn:

·  Het type neurotransmitter stof kan veranderen.

·  Het aantal en type receptoren kan veranderen. Bij chronische neuropatische pijn is onder andere aangetoond dat een bepaald soort receptor (NMDA) in het ruggenmerg
een belangrijke rol speelt.

·  Binnen het zenuwstelsel kunnen nieuwe verbindingen gevormd worden tussen zenuwen en zenuwbundels en ontstaat een soort pijngeheugen.

Factoren die mede de pijn bepalen

·  Een erfelijke bepaling van pijn (neurotransmitter stoffen en hoeveelheid receptoren) kan een rol spelen bij de pijngevoeligheid.

·  De omgeving of cultuur kunnen een rol spelen.

·  Het moment waarop de pijnprikkel wordt toegediend en de toestand waarin wij op dat moment verkeren, hebben ook invloed op het pijnniveau.

·  Naar de plaat

·  Nociceptief, prikkeling van de kale zenuwuiteinde van de eerder genoemde A delta en C-vezels.

·  Neuropatische pijn door beschadiging van het zenuwweefsel zelf.

·  Pijn veroorzaakt door psychologische factoren (onder andere depressiviteit).

Meting van pijn
Alhoewel pijngedrag een subjectieve beleving is, proberen we pijn op verschillende manieren te meten. Deze parameters kunnen onder andere zijn:

·  Aantal uren per dag dat de patiënt op bed doorbrengt.

·  Geneesmiddelen gebruik, welke en hoeveelheid.

·  Activiteiten (A), dagelijks (D), levens (L) niveau.

·  VAS schaal, pijnbeleving van de patiënt op een schaal van 1 tot 10.

Bij chronische pijnpatiënten kan het bijhouden van een pijndagboek veel informatie verschaffen over de pijnbeleving en het pijngedrag. Het geeft ook een objectief beeld van het activiteitenpatroon van de patiënt.

Behandeling van de pijnklachten
Voor het vaststellen van de diagnose is in eerste instantie een goed inzicht in de ziekte geschiedenis nodig. Ik raad u aan zoveel mogelijk gegevens mee te brengen. Daarnaast is een uitgebreid intake gesprek, een lichamelijk onderzoek en een eventueel verder onderzoek nodig om de oorzaak op te sporen. Op dat moment kan men vaststellen of de oorzaak van de pijn weggenomen kan worden of dat alleen het symptoom pijn te bestrijden is.

In de praktijk worden de volgende behandelingen integraal toegepast:

·   Klassieke acupunctuur

·   Acupunctuur met electro stimulatie

·   Auriculo acupunctuur (oor)

·   APS

·   Myo fasciale trigger point behandeling

·   Orthomoleculaire geneeskunde

·   P.N.I( Psycho Neuro Immuniteit)

·   TENS

Een ziekte of klacht staat nooit los van de persoon. Tijdens de behandeling worden alle factoren betrokken, zowel emotioneel als lichamelijk. Elke klacht of symptoom verdient aandacht maar de oorzaak heeft prioriteit. U krijgt een persoonsgerichte behandeling met aandacht voor uw lifestyle. Hierbij hoort ook uw voedingspatroon.